In bepaalde gevallen kan het Openbaar Ministerie voor strafbare feiten zelfstandig straffen opleggen. Dit gebeurt door middel van een strafbeschikking. De officier van justitie kan u een strafbeschikking opleggen voor overtredingen en misdrijven waarvoor maximaal 6 jaar gevangenisstraf kan worden opgelegd. U kunt hierbij denken aan zaken als eenvoudige mishandeling, bedreiging en rijden onder invloed. Ook voor overlastfeiten kan een strafbeschikking worden opgelegd, de bestuurlijke strafbeschikking. Het Openbaar Ministerie kan in de strafbeschikking geen gevangenisstraf opleggen. Wel kan er -onder andere- een taakstraf tot maximaal 180 uur, een geldboete, een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen (tot maximaal 6 maanden) en een verplichting tot betaling van schadevergoeding aan een slachtoffer worden opgelegd.
Heeft u een strafbeschikking ontvangen en weet u niet of u hiermee akkoord moet gaan? Het is belangrijk dat u zich realiseert dat met het accepteren van de strafbeschikking u in principe schuld bekent. Daarnaast is het van belang om te vermelden dat een strafbeschikking op uw strafblad wordt aangetekend. Dit kan betekenen dat het gevolgen heeft voor het aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) als u deze nodig hebt voor een bepaalde functie.
Verzet instellen
U kunt tegen een strafbeschikking in verzet. Dit moet binnen twee weken nadat u de strafbeschikking hebt ontvangen. Wij adviseren u contact met ons op te nemen als u een strafbeschikking hebt ontvangen en niet zeker weet of u hiermee akkoord moet gaan. Wij zullen dan -nadat wij uw kant van het verhaal hebben gehoord- indien u dat wenst en het verstandig is, verzet voor u instellen en in dit verzetschrift aangeven waarom u niet akkoord gaat met de strafbeschikking. In dit verzetschrift zullen wij direct verzoeken om aan ons het dossier te verstrekken.
Wat gebeurt er daarna?
Het kan zijn dat de officier van justitie besluit om u te dagvaarden nadat het verzetschrift is ingediend. Dit betekent dat de rechter over de zaak gaat oordelen. U krijgt dan een oproep om voor de rechter te verschijnen. De praktijk leert dat de rechter doorgaans -indien er al een veroordeling volgt- lager straft dan de straf die in de strafbeschikking is opgenomen. Een rechter neemt namelijk in de beoordeling welke straf passend is, ook uw persoonlijke omstandigheden mee.
Het kan ook zijn dat de officier van justitie aanleiding ziet om de strafbeschikking in te trekken of deze te wijzigen. Indien de officier van justitie de strafbeschikking intrekt betekent dit dat er sprake is van een sepot, dit houdt in dat de strafvervolging wordt beëindigd. Indien de strafbeschikking wordt gewijzigd en u bent het hier (ook) niet mee eens, dan kunt u opnieuw in verzet.
Voldoende bewijs?
Het Openbaar Ministerie mag in principe alleen een strafbeschikking uitvaardigen indien er voldoende bewijs is voor uw schuld. Uit onderzoek blijkt dat de zorgvuldigheid waarmee deze beslissingen worden genomen te wensen overlaat. In 8% van de zaken waarin in 2013 een strafbeschikking is uitgevaardigd bleek te weinig bewijs voorhanden te zijn voor een veroordeling. Des te belangrijker om door ons verzet te laten instellen zodat wij, op basis van uw verhaal én na kennisname van het dossier, kunnen beoordelen of het verzet moet worden doorgezet en of er wettig en overtuigend bewijs is om tot een veroordeling te komen of niet.
Wilt u meer weten over het instellen van verzet? Neem dan contact op met een van onze strafrechtadvocaten (mr. L.A. Korfker, mr. K. Lans, mr. M.A. Docter) op nummer 0255- 578069.